Sleufloze technieken > OFT Open front techniek

OFT Open front techniek

Sleufloze technieken > open front techniek

Het unieke van de Open Front Techniek is de rechte boorlijn. Afhankelijk van de gekozen methode is de boring wel of niet stuurbaar.

In tegenstelling tot GFT gebruikt men de OFT boven de grondwaterstand en/of op locaties waar kan worden bemalen. Wanneer wel (grond)water aanwezig zou zijn, zou door het open front op de boorlijn het water de persput instromen.

De te graven pers- en ontvangstput hoeven niet waterdicht te zijn door de afwezigheid van grondwater. Bij voldoende beschikbare ruimte rond de putten kunnen deze met een talud, zonder sleufbekisting, worden
aangelegd. Bij geringe ruimte kan de bekisting worden toegepast.

Boorproces

Binnen Open Front Techniek zijn drie methodes te onderscheiden: de handontgraving, de avegaarmethode en de gestuurde avegaarmethode. In grote lijnen is het boorproces van deze methodes gelijk.


Vóór de start van de boring worden de pers- en ontvangstput gegraven. Nadat de putten gereed zijn, kan het boormaterieel worden aangevoerd en opgesteld. De persstelling plaatst men op de bodem van de persput, die daarvoor vlak en stabiel moet zijn. 


Na het plaatsen van de persstelling wordt de eerste buis met de snijkop ‘in stelling gebracht’ en door de vijzels weggeperst. Als deze operatie succesvol is verlopen, worden de vijzels teruggetrokken en de tweede buis worden geplaatst en weggeperst. Zo worden de buiselementen stuk voor stuk ingebracht totdat de buis bij de ontvangstput is aangekomen.


Bij deze techniek zorgt de gronddruk aan het front voor de stabiliteit van het boorfront. Om het afkalven van de grond aan het boorfront te voorkomen kan een snijkop op de kop van de eerste buis worden gemonteerd. Omdat het graafwiel de weg van de minste weerstand zoekt, kunnen bij de niet bestuurbare methoden (handontgraving en avegaarmethode) afwijkingen ontstaan.

Handontgraving

Bij deze methode vindt ontgraving plaats met menskracht en/of met behulp van lichte graafmachines (afhankelijk van de diameter). De buisdiameter moet daarom menstoegankelijk zijn.

Agegaarmethode

Bij deze methode bevindt zich achter het graafwiel een avegaar die wordt aangedreven vanuit de persput en de grond daarnaar ‘terugvoert’.

Gestuurde avegaarmethode (GAB)

Van de drie verschillende methodes binnen OFT is dit de enige bestuurbare methode. Voordat de buis de grond in gedrukt wordt, maakt men eerst een pilootboring. De pilootboring wordt gemaakt met een boorkop die stuurbaar is, gevolgd door pilootstangen. 

Wanneer de pilootstang aan de ontvangstzijde op de juiste locatie is aangekomen, koppelt men in de persput de leiding aan de boorstangen. De boorstangen begeleiden de buis over het tracé naar de ontvangsput.

Handontgraving en conventionele avegaarmethodeworden (in Nederland) nog maar sporadisch toegepast. Door de ‘drukke ondergrond’ en de eisen en wensen van de omgeving is de Gestuurde avegaarmethode (GAB) steeds vaker de enige optie.

Boorvloeistof, steunvloeistof en smeervloeistof

Bij een Open Front Techniek is er geen steunvloeistof nodig om het boorfront stabiel te houden. Oversnijding is bij de Open Front Techniek enkel aanwezig wanneer een snijkop of snijrand wordt toegepast. 

De oversnijding is in die gevallen minimaal waardoor er geen smeervloeistof in gepompt kan worden. Daarom zijn tijdens het boorproces geen steun- of smeervloeistoffen nodig.

Vraag het Tunnelvisie handboek gratis fysiek of digitaal aan